Toy poedel

Geschiedenis

Gedrag

Toy poedels zijn slim, alert en heel makkelijk om te trainen. Omdat ze het heerlijk vinden om op te treden en zeer snel leren, werden ze vaak in circussen gebruikt. Het zijn goede gezinshonden die goed kunnen omgaan met kinderen, andere huisdieren en honden. Ze hebben voortdurend aandacht nodig en zijn dan ook het meest geschikt voor iemand die deze hond de hele dag bij zich kan hebben. Als ze niet voldoende aandacht krijgen kunnen ze zich gaan misdragen en soms zelfs vernielzuchtig worden. Ze zijn lief en leuk gezelschap. Laat u niet misleiden door hun soms dwaze gedrag; ze zijn slim en weten precies hoe ze u om hun vinger kunnen winden. De nodige training en mentale uitdaging maken de toy poedel tot een gehoorzame hond. Training is ook noodzakelijk om te voorkomen dat ze de baas in huis gaan spelen. Door de training leuk maar consequent te maken en te baseren op beloning, zal de toy poedel snel leren. Dankzij hun show-persoonlijkheden is het leuk om ze trucjes te leren.

Dit zijn zeker geen schoothonden. Ze zijn in huis erg actief en willen vaak en graag spelen of een korte wandeling maken. U kunt in huis met ze spelen maar om hun bergen energie echt kwijt te kunnen moeten ze naar buiten om te wandelen. Als ze eenmaal vermoeid zijn na het wandelen en spelen zullen ze graag naast u of bij u op schoot komen liggen. Toy poedels zijn goed in agility, obedience en flyball en willen u graag bekoren. Ze houden van mensen en hebben een maatje nodig. Door hun hoge energielevel is deze ware performer erg goed in competities.

De toy poedel verhaart amper en het ras wordt dan ook geclassificeerd als hypoallergeen. Toch heeft de vacht regelmatig verzorging nodig om ervoor te zorgen dat deze er mooi uit blijft zien. De vacht moet ongeveer eens per zes weken door een trimmer worden geknipt en een aantal keer per week worden gekamd om de dode haren die in de vacht blijven hangen te verwijderen. De klassieke ‘pompom snit’ vereist nog meer verzorging. Blindheid, epilepsie en progressieve retina atrofie komen bij poeders relatief vaak voor.